Geschiedenis
De schoenenwinkel van der Woerd in Barneveld bestaat al vanaf 14 maart 1889!
Gijsbertus van der Woerd nam toen de schoen- en laarzenmakerij over en vestigde zich een jaar later in het huidige pand aan de Langstraat 26. De ambachtelijke schoen verdween langzaam door de opkomst van fabrieksmatige exemplaren. Verbouwingen waren noodzakelijk om de klant een betere service te geven. De laatste verandering was in januari 2008.
Gijsbertus van der Woerd overleed op 35 jarige leeftijd in 1903, zijn weduwe zette de zaak voort. De oudste zoon, Gerrit-Willem nam op jeugdige leeftijd van 18 jaar de zaak van zijn moeder over. Inmiddels was het 1918. Gerrit-Willem leidde de zaak tot 1956 en gaf toen het roer over aan zijn zoon Gijsbertus (Bep) van der Woerd. Deze verbouwde de winkel zo ingrijpend, dat er van het `oude huis` niet veel meer te zien was. Hij verbouwde nog een keer in 1961 en in 1968 werd het hele dak vernieuwd en meteen een heel nieuw winkelinterieur aangekocht. Tevens werd er een moderne verwarming aangelegd. Na de verbouwing van het winkelpand hield Gerrit-Willem van der Woerd een toespraak: ` Dit huis heeft een geschiedenis doorgemaakt. Het dak had voortdurend herstel nodig en honderden guldens werden eraan ten koste gelegd.`
In dezelfde toespraak werd een anekdote aangehaald:
"Ik herinner me een vrouw die mansschoenen kwam kopen. Moeder de vrouw kocht altijd in. In 1908 kostte een paar schoenen f 3.10. Daarbij kreeg ze een paar veters en inlegzolen, omdat de schoenen op de groei waren gekocht. Ondertussen klagend over de slechte tijden voor de boeren, praatte ze er ook nog een `deusje` schoenmeer bij. Daarna ging ze naar de huiskamer een paar kopjes koffie drinken, kreeg beschuit met suiker en dan kwam de betaling. De vrouw legde 3 guldens neer, want daar konden we het best voor doen."
Het was in die tijd ook de gewoonte dat de boeren alle schoenreparaties en nieuw aangemeten schoenen op krediet kochten. Dat was al met al een hele boekhouding. Een keer per jaar, tijdens de paardenmarkt op maandag, kwamen de boeren afrekenen bij de dokter, de smid, de timmerman en de schoenmaker. Een rekening geven was niet nodig, als het maar in het schrift werd door gekrast.
Overal kregen ze een borrel en een sigaar en bij de schoenmaker konden ze brood met koffie krijgen.
De werkplaats werd van te voren schoongemaakt en de knecht bedienden de klanten.
De ambachtelijke gemaakte schoenen maakten zo langzamerhand plaats voor fabrieksprodukten. Tot op heden worden er fabrieksschoenen verkocht die over de hele wereld worden gemaakt. De aandacht voor de voet, om een passende schoen te kunnen kopen was er altijd en is er nog steeds.
Sinds 1982 zijn de dochter van Gijsbertus(jr.) en haar echtgenoot de huidige eigenaren. Dit is dus het vierde geslacht sinds 1889.